Het oude koloniale stadje Kampong Chhnang, 83 kilometer ten noorden van Phnom Penh aan hoofdweg 5, is een rustige plaats om op doorreis een nachtje te blijven of om vanuit Phnom Penh een weekenduitstapje naartoe te maken. Het stadje ontleent zijn naam aan de chhnang (terracotta potten) die hier worden gemaakt en over heel Cambodja per boot of ossenkar gedistribueerd worden.
Traag transport vermindert de kans dat de breekbare lading beschadigt; je ziet de ossenkarren met potten over de grote weg sukkelen. Je kunt enkele omliggende dorpjes bezoeken waar het aardewerk wordt gemaakt. Afgezien van de ontspannen sfeer is de belangrijkste attractie hier een excursie naar de drijvende dorpen op de Tonlé Sap.
Dijken
Vanuit het stadscentrum rond de Psar Leu-markt is het een korte wandeling in zuidwestelijke richting naar de oude Franse wijk (ongeveer de omgeving van het Sokha Guesthouse), waar met bomen omzoomde straten langs overwoekerde parkjes en vervallen koloniale villa's leiden.
Ten noordoosten van het centrum loopt een brede dijkweg door de moerassige uiterwaarden naar de haven, 2 kilometer verderop aan de Tonlé Sap. De huizen langs de dijk balanceren op hoge palen, die toch maar nauwelijks hoog genoeg zijn om te voorkomen dat het rivierwater in de regentijd tegen de deur klotst.
Aan het einde van de dijk staat de Wat Yeah Tep. De monniken hebben een kleine tuin rond hun verblijf aangelegd. Je hebt er mooi uitzicht over de rivier.
Drijvende dorpen
Kampong Chhnang is de belangrijkste vissershaven voor Phnom Penh en het hele jaar door wordt de verse vis, verpakt in ijs, op vrachtwagens geladen om al druipend op weg te gaan naar de stad. De vissers, voornamelijk etnische Vietnamezen, wonen in drijvende dorpen; hun huizen zijn gebouwd op pontons die op het water van de Tonlé Sap dobberen.
Deze dorpen hebben ook drijvende markten en koffiehuizen, en hoewel veel voorzieningen eenvoudig zijn (zo komt het drinkwater uit de rivier) hebben de meeste huizen tv en sommige een drijvend tuintje. In de kooien tussen de woonarken zit gekweekte vis.
Als je de rivier op wilt en de drijvende dorpen wilt bezoeken, kun je aan de waterkant bij de haven een boot huren (circa 20.000 riel per uur). Je krijgt een interessant inkijkje in het dagelijks leven van deze ongewone gemeenschappen en het is ongedwongener dan een bezoek aan de toeristische drijvende dorpen op het Tonlé Sap-meer bij Siem Reap.
Pothy Sen en Neing Kong Ray
Een standbeeld bij de haven stelt twee figuren uit een lokale legende voor, Pothy Sen en zijn vrouw Neing Kong Ray. Hij zit op een vliegend paard en strekt zijn hand uit om zijn huilende vrouw van zich af te houden. Aan het begin van het verhaal trouwen twaalf zusters allemaal met één koning. Het gaat mis als de koning een dertiende vrouw neemt, Santema, een duivelse reuzin in vermomming. Santema maakt de zusters blind en beraamt een plan om Pothy Sen, de zoon van een van hen, te vermoorden, om te voorkomen dat hij koning wordt.
Pothy Sen wordt echter verliefd op de dochter van Santema, Neing Kong Ray, en trouwt met haar. Als hij het verraad van zijn schoonmoeder ontdekt, gebruikt hij in zijn weerzin een toverdrank om aan zijn vrouw te ontsnappen; dankzij het drankje ontstaat er een rivier tussen hen. De streekbewoners zeggen dat Phnom Neing Kong Ray, de lage heuvel met de twee toppen aan de overkant van de rivier, haar lichaam is; haar haar loopt af naar de grond richting het zuidoosten en haar voeten richting het noordwesten.