In de jaren zestig van de vorige eeuw was Kep, toen Sihanoukville nog maar een vissersdorp was, al een welvarend resort aan de kust - ook al volgden er later enkele minder leuke gebeurtenissen. Ofschoon Kep inmiddels door Sihanoukville is overschaduwd, maakt het een comeback als bestemming voor dagtochten vanuit Phnom Penh.
Dat is dat niet vanwege het strand, dat smal en steenachtig is; de Cambodjanen komen hier voor het eten, en dan vooral voor de krab. Er komen ook steeds meer buitenlanders, aangetrokken door de warme sfeer en de steeds betere accommodatie.
Op het ogenblik zijn de tochten naar de eilanden voor de kust de belangrijkste attractie - naast het ontspannen. Alle pensions en hotels kunnen deze tochten organiseren.
Gerestaureerde ruïnes
Er zijn echter nog verschillende sporen van het donkere verleden van de stad te zien. Net als in Bokor staan overal ontzielde overblijfselen van koloniale villa's - een tragisch bewijs van de wrede vernietigingsdrang van de Rode Khmer.
Tot voor kort werden de meeste ruïnes opgeslokt door de weelderige tropische vegetatie en woonden er vaak krakers, maar inmiddels zijn er enkele gerestaureerd en waarschijnlijk zullen er meer volgen, al gaat dat langzaam, omdat het moeilijk is om de eigenaren te achterhalen. Ten oosten van Kep loopt de kust verder tot de Vietnamese grens en de pas geopende grensovergang bij Prek Chak (naar Ha Tien en Phu Quoc).
Drukke weekenden
Kep is een groeiende stad. De weg ernaartoe splitst zich bij het opvallende White Horse Monument af van hoofdweg 33 en daarna is het nog ongeveer vijf à zes kilometer naar de afslag naar de Psar K'Dam, de krabbenmarkt. De weg loopt vervolgens ongeveer een kilometer langs het water, naar het strand bij Kep Thmei.
Je weet dat je bij Kep Thmei bent als je de parkeerplaatsen, voedselkramen, douches en toiletten ziet. In het weekend is het strand overvol met dagjesmensen uit de hoofdstad; als je rust wilt moet je dus op een doordeweekse dag gaan.
Yeah Mao beeld
Als je verder langs de kust rijdt, kom je bij het eind van Kep Thmei bij een enorm wit beeld van een naakte vrouw, Yeah Mao, een plaatselijke beroemdheid in Pich Nil, die over zee uitkijkt naar haar man.
Tussen deze plek en Psar Chas, de piepkleine markt aan de oostkant van de stad, vind je nog steeds villa's die door de Rode Khmer zijn vernield en zijn achtergelaten om door de jungle te worden opgeslokt. Ook staan er veel opzichtige regeringsgebouwen en een enorm landhuis op de heuvel dat van een minister is.
Vietnam
Het is zeker de moeite waard om een tochtje naar de eilanden voor de kust te maken. Koh Tonsay, ofwel Konijneneiland, met drie goede stranden, ligt het dichtstbij. Koh Poh, Koraaleiland, iets verderop, heeft schone, witte stranden, turkooiskleurig water, koraalriffen en prima snorkelmogelijkheden.
Het enorme eiland dat de horizon domineert is Phu Quoc, in Vietnamese wateren. Sommige Cambodjanen noemen het nog steeds Koh Kut, de naam die het eiland had toen het nog van Cambodja was.
Jungle
De pensions in de stad kunnen een boot naar Koh Tonsay en Koh Poh regelen. Of huur een boot op het strand; doe daarvoor navraag bij de voedselkramen of op de nieuwe pier richting de Psar Chas. De tocht naar Koh Tonsay duurt ongeveer veertig minuten en een retourtje kost ongeveer $ 10; de twee uur durende tocht naar Koh Poh kost $ 40, maar het is af te raden om er tijdens een storm naartoe te gaan.
Op de heuvel achter Kep kun je een mooie wandeling door de jungle maken; het pad begint achter het Veranda Natural Resort. Onderweg heb je een fantastisch uitzicht over de baai. De wandeling naar de top duurt ongeveer anderhalfuur, maar je kunt ook om de berg heen lopen, in twee tot drie uur.
