Siem Reap (uitgesproken als Sie-um Rie-up) slaagt erin om tegelijkertijd een slaperig stadje en een toeristenmekka te zijn. Hoewel er op bijna elke straathoek een hotel in aanbouw is, is het er overdag, als de toeristen naar de tempels zijn, nog bijna net zo stil als vroeger.
Avonddrukte
De grootste drukte heerst rond zonsondergang, als de bussen terugkomen van Angkor, ook al rijden de meeste naar de hotels aan de Airport Road. Vanaf het einde van de middag strijken vermoeide reizigers neer in de restaurants en bars in de koloniale wijk rond de Psar Chas en halverwege de avond is het feest in volle gang.
Je zult niets tekortkomen in Siem Reap; veel mensen blijven er zelfs langer hangen dan ze van plan waren. De stad heeft het beste aanbod aan accommodatie buiten Phnom Penh en een overvloed aan restaurants in alle smaken; zo kun je hier uitzonderlijk goed Cambodjaans eten. Op een paar plaatsen kun je tijdens het eten ook een boeiende Cambodjaanse culturele voorstelling bekijken.
Je kunt hier ook prima winkelen, want de stad heeft veel goede galeries, kunstnijverheidswinkels en souvenirstalletjes.
Uitstapjes
Een auto of motor huren levert geen problemen op en als je geen zin hebt om je uitstapjes zelf te regelen, kunnen de reisbureaus dat voor je doen; ze halen je 's ochtends vroeg op en zetten je na zonsondergang weer af bij je hotel.
Behalve een bezoek aan de Angkor tempels is ook een boottocht op het grote Tonlé Sap-meer een must in Siem Reap. Mensen wonen er op het water in drijvende dorpen. Je kunt een tocht door het gebied boeken bij gespecialiseerde firma's in de stad, maar dat is niet goedkoop.
Gezegd wordt dat Siem Reap 'Siam verslagen' betekent, een verwijzing naar een veldslag die waarschijnlijk nooit heeft plaatsgevonden. Er is weinig bekend over de geschiedenis van Siem Reap, dat zich uitstrekt ten oosten en ten westen van de gelijknamige rivier. De stad, vanouds een soort aanhangsel van de tempels van Angkor, is pas sinds kort groot genoeg om een eigen identiteit te ontwikkelen.
Toeristische hausse
Een reiziger die hier in 1935 kwam, Geoffrey Gorer, beschreef Siem Reap als 'een aardig klein dorpje, nauwelijks aangeraakt door de Europese invloed, aan een slingerende rivier; de huizen van de inlanders zijn onbetekenende houten stulpjes, verscholen achter de begroeiing die zo welig tiert langs de oevers.' Hij miste net de opening, in 1937, van het Grand Hotel des Ruines, het huidige Grand Hotel d'Angkor, dat destijds anderhalve kilometer buiten het dorp lag.
Het hotel is nu opgeslokt door de voortdurend uitdijende stad. Siem Reap bleef tamelijk onontwikkeld tijdens de eerste toeristische hausse in de jaren vijftig en zestig. Veel van wat er toen werd gebouwd, werd vernietigd toen de Rode Khmer de stad schoonveegde, hoewel het Grand Hotel, de oude winkelpanden aan de markt, de Psar Chas, en hier en daar een koloniale villa er onbeschadigd vanaf kwamen.
Krong Angkor
De focus op het toerisme gaat zover dat er een regeringsbesluit voorligt om de naamsbekendheid (en de geldstroom) te verhogen door de stad om te dopen in 'Krong Angkor': Angkorstad.
Toch is Siem Reap er tot dusver in geslaagd om te profiteren van de hernieuwde populariteit van Angkor zonder al te veel van zijn rustieke charme kwijt te raken. En hoewel er niet echt veel te zien is, kun je op een wandelingetje door het centrum een aantal kleurige kapellen en een paar kleine bezienswaardigheden aandoen.
Er is een mooi wandelpad aangelegd langs de waterkant tussen hoofdweg 6 en de Psar Chas. Aan het noordelijke uiteinde van het pad, tegenover het Grand Hotel d'Angkor, ligt het geometrisch aangelegde koninklijke park, een van de meest ontspannende plekjes in de stad.
Vergoddelijkte zusters
Aan de zuidkant van het park staat een kapel voor de vergoddelijkte zusters Preah Ang Chek en Preah Ang Chom, die mogelijk Angkoriaanse prinsessen zijn geweest. De koperen en bronzen beeldjes van het tweetal, die oorspronkelijk in de Galerij van Duizend Boeddha's van de Angkor Wat hebben gestaan, hebben een bewogen verleden. Generaties monniken hielden hen verborgen voor veroveraars en schatzoekers.
Sinds 1990 staan ze in deze kapel, waar ze dagelijks worden overladen met offers. De grootste en slankste van de twee is Ang Chek; zij houdt haar handpalmen naar voren en laat een beschermende inscriptie in het Sanskriet zien.
In 1995 werd een derde beeldje gevonden, van Preah Ang Chom, maar dat is niet te bezichtigen. Iets naar het westen, op een verkeersplein bij een reusachtige boom, staat de kapel van Ya Tep, een plaatselijke geest die de omgeving van Siem Reap beschermt en geluk brengt. De offers die hier worden gebracht zijn soms nogal buitensporig - soms zie je hele gebraden kippen of ander gevogelte liggen.
Psar Chas: Old Market
Als je het pad langs de oever een kilometer naar het zuiden volgt, kom je bij de drukke Psar Chas, ofwel Old Market; aan de waterkant staan vooral souvenirstalletjes, erachter beginnen de groentekramen. Veel koloniale winkelpanden aan de markt zijn verbouwd tot levendige restaurants en bars.
Tweehonderd meter ten oosten van de rivier, aan het einde van Achamean Street, staat de Wat Bo, het oudste (eind achttiende eeuw) en leukste boeddhistische klooster van Siem Reap. De binnenmuren van de vihara, die nog in goede staat zijn, zijn in de negentiende eeuw versierd met scènes uit het leven van Boeddha. Ongewoon is dat er ook alledaagse taferelen op de schilderingen voorkomen, zoals een Chinese man die opium rookt en een paar Franse soldaten die een traditionele dansvoorstelling bekijken.