Dharamsala, thuisbasis van de dalai lama en de Tibetaanse regering in ballingschap, vormt het vertrekpunt voor adembenemende tochten in de hoge Himalaya. De bovenstad Mc Leod Ganj is een van de onweerstaanbaarste bestemmingen van Himachal.
Dharamsala ligt verspreid over beboste bergkammen onder de grimmige rotshellingen van het Dhauladhar massief en bestaat uit twee duidelijke afgescheiden delen, gescheiden door een tien kilometer lange, gevaarlijk kronkelende weg en een hoogteverschil van bijna 1000 meter.
Tibetaanse invloeden
McLeod Ganj, oorspronkelijk een Brits hill station, heeft een heel ander karakter gekregen door de toestroom van Tibetaanse vluchtelingen, die in eigen land door Chinese bezetters werden onderdrukt. De Tibetaanse invloed is hier dan ook zeer sterk. Je vindt hier onder meer tempels, scholen, kloosters, meditatiecentra en een bibliotheek met de grootste collectie werken over Tibetaanse geschiedenis en religie.
McLeod Ganj trekt grote aantallen buitenlandse en binnenlandse toeristen, maar is ook een bedevaartsoord waar uit de hele wereld boeddhisten naartoe komen, onder wie Hollywoodsterren als Richard Gere, Uma Thurman en Goldie Hawn. Veel mensen bezoeken India specifiek met dit doel, en de ontspannen en vriendelijke sfeer maken het moeilijk om afscheid te nemen.
Warme kleren
Ondanks de zware sneeuwval en lage temperaturen tussen december en maart, trekt McLeod Ganj het hele jaar bezoekers. De zomer brengt hevige regenbuien (dit is de op één na natste plaats in India), die een groot deel van het jaar terugkeren. Overdag kan het warm zijn, maar voor de koele nachten heb je zeker warme kleren nodig.
Het is duidelijk waarom de meeste bezoekers Dharamsala zelf overslaan: het is een wirwar van winkels, kantoren en huizen. Alleen interessant is het Museum of Kangra Art (di-zo 10-17 uur, INR 50), met een kleine collectie Kangraminiaturen en wat moderne kunst. Te voet bereik je McLeod Ganj het snelst via een drie kilometer lang steil pad. Dit begint achter de groentemarkt en voert langs de Tibetan Library en het Secretariat.
Brits hill station
De gestaag groeiende plaats McLeod Ganj strekt zich uit over een met naaldbomen begroeide bergkam. Je kijkt uit op de vallei beneden en de bijna verticale wanden van het Dhauladhar massief erachter.
Hoewel het is genoemd naar David McLeod, de luitenant-gouverneur van Punjab toen het hill station in 1848 werd gesticht, herinnert weinig aan de Britse bezetting. Het centrum van McLeod Ganj, dat door twee smalle hobbelige wegen wordt doorkruist, is de boeddhistische tempel met zijn rode en gouden gebedsmolens.
Indiase minderheid
Tegenwoordig vormen de Indiase bewoners een minderheid naast de Tibetanen, die hun bouwvallige huizen met wapperende gebedsvlaggen hebben versierd. McLeod Ganj is niet alleen een politiek toevluchtsoord voor hen, maar ook de verblijfplaats van hun spiritueel leider, de dalai lama, en de Tibetaanse regering in ballingschap.
Je kunt je in McLeod Ganj eenvoudig oriënteren. Aan de noordkant sluit de weg uit de benedenstad aan op een klein plein dat als busstation fungeert. Vanhier lopen wegen zuidwaarts naar de residentie van de dalai lama en de Library of Tibetan Works and Archives, noordoostelijk naar het dorp Dharamkot, het Tushita Retreat Meditation Centre en het Tibetan Children's Village aan het het Dalmeer, en oostelijk naar het gehucht Bhagsu.