Het eiland Diu, nog geen twaalf kilometer lang en maar drie kilometer breed, viel tot 1961 onder Portugese heerschappij. Tegenwoordig is het net als Daman een Union Territory dat vanuit Delhi wordt bestuurd. Er hangt een ontspannen sfeer die heel anders is dan in de rest van Gujarat.
De stranden zijn niet zo idyllisch als die van Goa, maar de meeste bezoekers blijven langer dan ze van plan waren. Ze hangen rond in de cafés, fietsen over het eiland of wandelen tussen de rotsen. Op dit eiland gelden geen alcoholbeperkingen.
Eiland
Diu Town in het oosten is het centrum van het eiland. Een doolhof van steegjes met typisch Portugese gebouwen vormt het middelpunt van de oude stad. Het fort staat op de uiterste oostpunt van het eiland en kijkt uit over de Golf van Khambhat.
De hoofdweg van het eiland gaat langs de noordkust, langs zoutvlakten die overgaan in moddervlakten waar populaties watervogels leven, inclusief flamingo's die hier in het begin van de lente komen om te eten. De route langs de zuidkust loopt langs kliffen en stranden, het populairste is Nagoa Beach, voor hij bij het piepkleine vissersdorpje Vanakbara uitkomt.
Portugees doolhof
De kleine stad Diu wordt aan de oostkant beschermd door een fort en aan de westkant door een muur. De haveli Nagar Seth, een van de mooiste Portugese herenhuizen van de stad, staat aan Makata Road, verstopt in een doolhof van smalle straatjes die door de oude Portugese woonwijk lopen. Vissers maken dagelijks in houten boten tochtjes vanaf de noordkust en verkopen hun vangst op de markt vlak bij de moskee.
Hoewel de christelijke bevolking samen met de oude taal afneemt, worden er nog steeds een paar kerken gebruikt die door vroegere Europese bewoners zijn gebouwd. Onder het hoge plafond en de beschilderde bogen van de Pauluskerk worden nog Portugese missen opgedragen, maar de Thomaskerk is tegenwoordig een museum (dag. 8-21 uur) en pension. Een deel van de kerk van Sint Franciscus van Assisi wordt gebruikt als ziekenhuis.
Fort
Het serene fort van Diu (dag. 8-18 uur) ligt aan drie kanten aan zee en biedt plaats aan vogels, jakhalzen en de plaatselijke gevangenis. Door de brede gracht kon het fort aanvallen over land en zee weerstaan, maar er zijn duidelijke littekens van de luchtaanvallen door de Indiase regering in 1961. Let op het gat boven het altaar van de kerk in de zuidwesthoek.
Het fort is bijna helemaal vervallen en ligt vol eeuwenoude kanonskogels, maar je hebt er een uitstekend uitzicht over zee en het eiland. Vlak voor de kust ligt het fort Panikotha, dat de vorm van een schip heeft en volgens de overlevering door middel van een tunnel met het land is verbonden. Je mag er niet in, maar bij goed weer kun je een boot huren (zo'n INR 60) om het van dichtbij te bekijken.
Sunset Point strand
De zuidkust van het eiland bestaat grotendeels uit kliffen en rotspoelen, en hier en daar een stukje zand. Ten zuiden van de stad Diu ligt het idyllische Jallandhar Beach. Het grotere Chakratirth Beach, met een hoge heuvel erachter, ligt iets naar het westen, net buiten de stadsmuren.
Dit is in veel opzichten het mooiste strand en meestal verlaten, waardoor vooral vrouwelijke reizigers er ongestoord kunnen zwemmen. Bij Sunset Point, aan de westkant, kun je die gouden schijf in de golven zien zakken.
Schelpenmuseum
Het langste strand, en het enige dat is ontgonnen, ligt bij Nagoa, zeven kilometer ten westen van de stad. Bij het strand liggen verschillende hotels, maar (vooral vrouwelijke) zonaanbidders worden hier nogal eens lastiggevallen. Vanuit Diu gaan bussen naar Nagoa, maar de tijden verschillen nogal, vraag dus informatie bij het toeristenbureau. Als je vervoer hebt, ligt het verlaten Gomtimata Beach, tussen Nagoa en Vanakbara, binnen bereik.
Niet ver buiten de stad leidt een afslag van Nagoa Road naar Fudam, een aantrekkelijk dorp met Portugese huizen in lichtgeel en grijs, waar een kerk is getransformeerd tot kliniek. Verder langs de hoofdweg, vlak voor de luchthaven rechts, staat het Schelpenmuseum (dag. 9-18 uur, INR 10) met de persoonlijke collectie schelpen van kapitein Fulbari, die hij 42 jaar lang verzamelde op alle plaatsen waar hij voor anker ging.