De stad Kochi (vroeger bekend als Cochin) is de belangrijkste toeristenbestemming van Kerala. Hij ligt verspreid over eilandjes en schiereilandjes tussen de Arabische Zee en de binnenwateren. De belangrijkste delen van de stad, het moderne Ernakulam en de oude wijken Mattancherry en Fort Cochin in het westen, zijn met elkaar verbonden door bruggen en een groot aantal veerboten.
Complexe historie
Veel bezoekers verblijven in het gerieflijke Ernakulam, maar Fort Cochin is toch het meest in trek. De complexe historie van de stad komt hier tot uitdrukking in de bonte verzameling architectonische stijlen. Specerijenmarkten, een synagoge, een Portugees paleis, de eerste Europese kerk in India, de Chinese visnetten en Nederlandse huizen uit de zeventiende eeuw liggen allemaal op loopafstand van elkaar.
Kochi is ook een van de weinige plaatsen in Kerala waar je kathakali-optredens - zowel authentiek als toeristisch - kunt zien.
Nederlandse invloeden
Vanaf 1341 kwam Kochi tot bloei. In dat jaar ontstond er een nieuwe natuurlijke haven, die al spoedig de plaats innam van Muziris (tegenwoordig Kodungallur, vijftig kilometer noordwaarts), in die tijd de belangrijkste haven langs de kust van Malabar. De koninklijke familie verhuisde in 1405 naar Kochi vanuit Muziris. Hierna groeide de stad snel en vestigden christenen, Arabieren en Joden uit het Midden-Oosten zich hier.
De Europese invloed vanaf begin zestiende eeuw kenmerkt zich door agressie van Portugezen, Nederlanders en Britten, die elkaar beconcurreerden vanwege de lucratieve specerijenhandel. Na 1812 werd de stad bestuurd door diwans tot de Onafhankelijkheid van India in 1947. Aan het begin van de twintigste eeuw werd de haven uitgebreid door de Britten en werd Willingdon Island gecreëerd.
Specerijen van Old Kochi
Old Kochi, het schiereilandje waarvan de noordelijke punt ligt in de havenmond, was vanaf het begin van de zestiende eeuw belangrijk voor de handelsactiviteiten van de Europeanen. Omdat hoogbouw alleen is toegestaan in Ernakulam, aan de overkant van het water, is de buitengewone rijkdom aan vroeg-koloniale architectuur in Fort Cochin en Mattancherry goed bewaard gebleven, met sporen uit het Portugese, Hollandse en Britse tijdperk, die uniek zijn in India.
Als je aankomt met de veerboot, zie je de rode schuine daken en pastelkleurige afbladderende gevels van de godowns, pakhuizen, aan het water. Dit beeld is in de loop der eeuwen maar weinig veranderd. Van dichtbij begint de historische pracht van Old Kochi echter wat haarscheuren te vertonen. De specerijenhandel die ten grondslag lag aan de opkomst van de stad is nog overal tastbaar, maar de komst van steeds meer toeristen heeft zijn tol geëist.
In de winter verwerkt de stad dagelijks duizenden toeristen en aangezien er geen autoriteiten zijn die behoud of planning voor hun rekening nemen, is er een explosie van nieuwe gebouwen die de bijzondere sfeer, waarvoor de mensen juist komen, laat verdwijnen. Het toerisme heeft echter ook een goede kant: sommige gebouwen die anders aan hun lot waren overgelaten, zijn prachtig gerenoveerd.
Fort Cochin
Fort Cochin, een wirwar van oude straten in het noordwestelijke puntje van het schiereiland, is de plaats waar de Portugezen hun eerste ommuurde vesting lieten verrijzen: Fort Immanuel. Er zijn nog maar enkele resten over van het voormalige fort, maar talloze andere tot de verbeelding sprekende Lusitaanse, Hollandse en Britse monumenten zijn bewaard gebleven.
Om meer vat te krijgen op de vele verschillende gezichten van Fort Cochin, kun je gebruikmaken van de gratis wandelkaarten van het toeristenbureau van Kerala Tourism en de onafhankelijke Tourist Desk. De kaarten voeren je langs belangrijke bezienswaardigheden in de wijk, zoals de achttiende-eeuwse Hollandse begraafplaats, het vermoedelijke huis van Vasco da Gama en verschillende herenhuizen.
