Wie smelt er nou niet bij de aanblik van een baby orang-oetan? In het Sepilok Urang Utan Rehabilitation Centre op het Maleisische deel van Borneo kun je dieren van dichtbij bekijken. Hier worden verweesde en verstoten orang-oetans opgevangen. Ze worden hier zodanig opgevoed dat ze later weer de jungle in kunnen.
Sandakan
Het centrum is in het jaar 1964 opgericht voor gewonde en ontheemde en verweesde orang-oetans. In Sepilok stomen verzorgers ze weer klaar voor het leven in het oerwoud.
Het park heeft een oppervlak van zo'n veertig vierkante kilometer. Het ligt aan de oostkust van de Maleisische deelstaat Sabah, op 25 kilometer van de stad Sandakan.
Liefst alleen
De Borneose orang-oetan heeft een oranjerode huid en kan 1,4 meter lang worden. Hij is een solitaire bosbewoner. Het leeft dus het liefst alleen.
De orang-oetans leven in nesten in de bomen en leggen grote afstanden af op zoek naar voedsel. De orang-oetan is de grootste aap die in de bomen leeft. Ze zijn sterk en erg intelligent. Zo lang je ze niet uitdaagt, blijven ze heel vriendelijk.
Orang-oetan kinderopvang
Elke aap krijgt bij binnenkomst in het centrum een gezondheidscheck. De nieuweling wordt eerst in quarantaine gezet. Zodra hij de andere apen niet meer ziek kan maken, mag hij naar de kinderopvang. Weesjes krijgen daar les van begeleiders in de hoofdvakken van het wilde orang-oetan leven. Ze leren voedsel zoeken, nesten bouwen en klimmen.
Outdoor verblijf
De volgende stap is de outdoor opvang. Daar kunnen de opgroeiende orang-oetans hun kunsten uitproberen, maar ze krijgen nog altijd emotionele bijstand van het centrum. In de jungle om het centrum heen zijn vijf voedselplatforms waar ze op terug kunnen vallen.
Langzaam aan zoeken de beesten steeds meer hun vrijheid, tot ze uiteindelijk op eigen benen kunnen staan. Dit lukt echter niet altijd. Vooral vrouwtjes komen tijdens hun zwangerschappen terug.
Aan de rand van het centrum is ook een groepje orang-oetans dat weigert het bos in te gaan. Het clubje is te vel gehecht geraakt aan menselijk gezelschap.
Wandelingen op eigen risico
Bezoekers mogen bij het voederen van de orang-oetans kijken. Op tien minuten lopen van het centrum krijgen de apen melk, fruit en suikerriet.
Hoewel de meeste bezoekers alleen voor de orang-oetans komen, kun je vanuit Sepilok ook prachtige wandelingen maken. De paden zijn echter niet altijd open voor bezoekers.
In het bos kun je, als je geluk hebt, de orang-oetans in het wild rond zien slingeren. Er zijn nog veel meer andere wilde dieren: hagedissen, makaken, slangen, neushoornvogels, gibbons en spinnen. Er schijnen zelfs neushoorns en olifanten in het park te leven. Het is dus wel een wandeling op eigen risico.
Wat is er te doen in Sepilok?
- Kijk hoe verzorgers de achtergelaten orang oetans verzorgen in het Sepilok Urang Utan Rehabilitation Center.
- Wandel over houten hangbrugeen die aan de toppen van de bomen bevestigd zijn. Waan je een reus en bekijk het bladerdak van wel heel dichtbij.
- In het O Taman Hiburan Jalil Alip National Park mag je naar hartelust vissen, kanoën en de dieren voeren.
- Bezoek ook het Labuk Bay Proboscis Monkey Sanctuar en zie hoe hard de lokale bevolking de apen tracht te redden.
- Reis naar de stad Sanbankan, waar je in alle rust en luxe van heerlijk eten kunt genieten.