De Tamil Tijgers van Sri Lanka streden meer dan dertig jaar voor onafhankelijkheid van de Tamilbevolking in Sri Lanka. De Tamil Tijgers zijn nog altijd uniek: ze stonden aan de basis van nieuwe gevechtstactieken en werden dertig jaar lang geleid door één man. Nu zijn ze definitief verslagen.
Zoals veel burgeroorlogen in voormalige kolonies, werd de kiem voor de Sri Lankaanse burgeroorlog gelegd toen het land een Britse kolonie was. Geheel volgens de koloniale traditie van 'verdeel en heers,' hielpen de Britten een minderheid in het zadel. De Tamils waren oververtegenwoordigd in de regering en in het overheidsapparaat.
Eigen Tamil staat
Na de onafhankelijkheid in 1948 kwamen de Singalese nationalistische sentimenten die al decennia broeiden volledig aan de oppervlakte. Het Singalees werd de enige officiële taal, de regering bestond enkel nog uit etnische Singalezen. De Tamils en andere minderheden werden vrijwel uitgesloten.
Dat kon niet lang goed gaan. Vanaf de jaren vijftig ontstonden er rellen tussen Singalezen en Tamils. In het noorden van Sri Lanka stichtte Velupillai Prabharan in 1976 de Tamil Tijgers. Hun doel: een eigen staat voor de Tamilminderheid van Sri Lanka. De groep die Sri Lanka bijna dertig jaar lang in een ijzeren greep zou houden, was geboren.
Uitvinder van de bomgordel
Om hun doel te bereiken gebruikten de Tamil Tijgers wrede methodes, waarvan veel burgers het slachtoffer werden. Als één van de eerste terroristische groepen ontwikkelden de Tamil Tijgers bomgordels, waarmee zelfmoordaanslagen werden gepleegd. Politieke tegenstanders werden vermoord, grote gebieden werden etnisch gezuiverd en kinderen werden gerekruteerd om mee te vechten.
De strijd tussen het leger van Sri Lanka en de Tamil Tijgers duurde meer dan dertig jaar. Af en toe waren er vredesbesprekingen, maar die liepen op niets uit. Telkens begon het geweld weer. Toen buurland India een vredesmacht stuurde, vermoordden de Tamils in 1991 de Indiase premierkandidaat Rajiv Gandhi.
Rebellen uitroeien
Hoewel het doel van de Tamil Tijgers nooit veranderde, vond er wel een omslag in het karakter van de organisatie plaats. De Tijgers verdienden hun geld steeds meer met piraterij, drugshandel en wapenhandel. Ze trainden andere terroristische groepen in hun dodelijke methoden. De burgers in het door de Tamil Tijgers gecontroleerde deel van Sri Lanka zuchtten onder het juk van de overheersing.
Nadat vredesbesprekingen in 2006 opnieuw werden verstoord door veldslagen tussen het legers en de rebellen, nam generaal Sarath Fonseka zich voor om de Tamil Tijgers voor eens en voor altijd te vernietigen. Hij dreef de rebellen terug naar hun laatste bolwerken in het noordoosten van het land.
Fonseka was onverbiddelijk. Eén voor één vernietigde hij de dorpen waar de Tamils zich schuilhielden. De rebellen gebruikten burgers als menselijke schilden, wat in de hele wereld luide protesten opriep. Hoewel Tamils in 2009 in de hele wereld de straat opgingen om een staakt-het-vuren te eisen, ging Fonseka door tot het bittere einde.
Iedereen gelijke rechten
Pas toen de laatste Tamil Tijgers gedood waren en hun leider Prabharan tijdens zijn vlucht werd doodgeschoten, zwegen de kanonnen. Na meer dan dertig jaar was de burgeroorlog voorbij. Sri Lanka noemt zichzelf sindsdien het eerste land dat terrorisme op haar eigen bodem heeft weten uit te bannen.
Hoewel de Tamil Tijgers niet langer bestaan, zijn de problemen nog niet opgelost. De Europese Unie riep Sri Lanka op om de rechten van de minderheden te waarborgen in het Sri Lanka van na de burgeroorlog. Dan is de jarenlange strijd in ieder geval niet voor niets geweest.