Het dorp Bang Pa-In, zestig kilometer ten noorden van Bangkok, is weinig meer dan een markt. Toch trekt het veel toeristen vanwege het extravagante en surrealistische koninklijke paleis, ook al kun je de meeste gebouwen alleen van buiten bekijken.
Koninklijk paleis
Koning Prasat Thong van Ayutthaya liet hier in de zeventiende eeuw, twintig kilometer stroomafwaarts van zijn hoofdstad, een paleis bouwen, dat ook bij de latere Ayutthayaanse koningen populair was als buitenverblijf. Toen de hoofdstad een eeuw later werd verplaatst naar Bangkok, werd het paleis verlaten, maar in de zeventiende eeuw werd het weer in gebruik genomen, omdat de reis erheen dankzij de komst van stoomboten flink was verkort.
Rama IV (1851-1868) liet er een bescheiden paleis bouwen, dat zijn verwesterste zoon Chulalongkorn (Rama V) later liet vervangen door het huidige gebouw in een combinatie van Europese, Thaise en Chinese stijlen.
Overdekte brug
Het paleiscomplex ligt rond een siermeer op een eiland in de rivier de Chao Phraya. Aan de noordkant van het meer staan een paleis in koloniale stijl en de Italiaans aandoende Varobhas Bimarn (Warophat Phiman, 'Uitmuntende en schitterende hemelse verblijfplaats'), waar zich vroeger Chulalongkorns troonzaal bevond en waar nog altijd de privévertrekken zijn van de leden van het huidige koningshuis.
Een overdekte brug verbindt dit deel van het paleiscomplex met de Pratu Thewarat Khanlai ('Koning-der-goden-gaat-voort-poort'). Dit is de hoofdingang van het binnenpaleis, en deze was voorbehouden aan de koning en zijn naasten. De helft van de brug is afgesloten met een hoog hek, zodat de vrouwen uit de harem konden oversteken zonder door mannen te worden gezien.
Midden in het meer staat het glanzende Aisawan Thiphya-art-paviljoen ('Heilige zetel van persoonlijke vrijheid'). Deze is vernoemd naar het oorspronkelijke paleis van koning Prasat Thong en vormt het enige voorbeeld van puur Thaise architectuur in Bang Pa-In. In het paviljoen staat een bronzen beeld van Chulalongkorn.
Binnenpaleis
In het binnenpaleis bevindt zich het favoriete gebouw van Chulalongkorn, de Uthayan Phumisathian ('Tuin van het bemachtigde land'), dat koningin Sirikit in neokoloniale stijl heeft laten verbouwen. Voorbij de gestreepte Ho Withun Thasana ('Uitkijktoren van de wijze'), van waaraf de koning het omringende platteland kon overzien, staat de voornaamste attractie van Bang Pa-In, de Phra Thinang Wehart Chamrun-troonzaal ('Paleis van het hemelse licht').
Het is een Chinees ontwerp dat met inrichting en al uit China is overgebracht en in 1889 door de Chinese Kamer van Koophandel in Bangkok werd aangeboden aan Chulalongkorn. Het interieur bestaat uit gelakte en vergulde kamerschermen, met de hand beschilderde porseleinen vloertegels en ebbenhouten meubels die zijn ingelegd met parelmoer.
Koningin Sunandakumariratana
De eenvoudige marmeren obelisk achter de Uthayan Phumisathian is door Chulalongkorn opgericht, en bevat de as van zijn favoriete vrouw, koningin Sunandakumariratana. In 1881 maakte Sunanda, die toen 21 was en een kind verwachtte, een tochtje over de rivier.
Toen de boot kapseisde, had ze nog gered kunnen worden, maar de wetten omtrent de onschendbaarheid van de koninklijke familie lieten de bemanning geen keuze: 'Als een boot zinkt, moet de bemanning wegzwemmen; als ze bij de boot blijven of als ze hem het lid van het koningshuis beetpakken om hem te redden, worden ze geëxecuteerd.'
Na dit voorval besloot koning Chulalongkorn de Thaise gebruiken te hervormen en de monarchie toegankelijker te maken.