Als je het eiland Ko Phi Phi Don, ongeveer veertig kilometer ten zuiden van Krabi, nadert vanuit zee, ziet het er waanzinnig mooi uit. Het tafereel van puur wit zand, hoge rotsen en water in alle tinten turkoois klopt helemaal met het klassieke beeld van een tropisch eiland.
De heuvelachtige oostelijke en westelijke helften van het eiland zijn door een smalle strook zand met elkaar verbonden. Hier liggen de veel gefotografeerde dubbele baaien van Ao Ton Sai en Ao Loh Dalum. Het grootste deel van de toeristenaccommodatie bevindt zich hier, net als het avondvertier. De weinige inheemse bewoners wonen grotendeels in het noordoosten.
Filmlocatie van The Beach
De recente geschiedenis van het eiland is helaas minder mooi. In de vroege jaren negentig lokte Phi Phi's reputatie als tropische verrassing enorme hoeveelheden rugzaktoeristen. De stranden begonnen hun uiterlijk te verliezen onder druk van de ongelimiteerde bouw en niet aanwezige infrastructuur. Het probleem werd erger.
Het onbewoonde kleine zustereiland Koh Phi Phi Leh, dat onder bescherming van een marine national park valt vanwege het lucratieve oogsten van vogelnestjes, kreeg in 1999 wereldwijde aandacht als locatie van de film The Beach. Gevolg was een invasie van dagjesmensen, toeristen en grote hotels op Phi Phi Don.
Golven van tsunami
Toen sloeg de tsunami toe, in december 2004. Vanuit het noorden werden de hotels, restaurants en honderden zonaanbidders op Ao Loh Dalum overvallen door een vijf meter hoge golf. Vanuit het zuiden overspoelde een golf van drie meter hoog de veerbootsteiger en het toeristendorp Ao Ton Sai.
De golven ontmoetten elkaar in het midden en verwoestten zeventig procent van alle gebouwen op de zandvlakten, ontwortelden enorm veel bomen en doodden tweeduizend mensen. De rest van het eiland had nauwelijks te lijden.
Opbouw door vrijwilligers
Er stroomden vrijwilligers en donaties binnen om het eiland weer overeind te helpen. Hoewel de herbouw gehinderd werd door politieke spelletjes, is Phi Phi vandaag de dag alweer een plaats die iedereen gezien moet hebben op zijn reis door Zuid-Thailand.
Helaas zijn weinig problemen van voor de tsunami adequaat opgelost, gedeeltelijk omdat de overlevenden zo snel mogelijk opnieuw wilden beginnen. Er wordt weer lelijk en ongereguleerd gebouwd, er is geen goede afvalverwerking en de accommodatie is veel te duur, vooral rond Ton Sai en Loh Dalum. De geluidsoverlast van de openluchtbars en clubs is voor velen al net zo'n ramp, al kan het er best gezellig zijn en zijn er nog wel wat rustiger plaatsen te vinden.
Aanmeren bij Ao Ton Sai
Alle boten leggen aan in Ao Ton Sai, vanwaar het een korte wandeling is naar de belangrijkste accommodatiecentra: Ton Sai, bij Laem Hin, de volgende kleine zandstrook naar het oosten, en op Ao Loh Dalum, de nog altijd schitterende, diepe baai aan de overkant van de landstrip.
Hat Yao, een ander mooi strand, net iets verderop, is ook heel populair. Om aan de drukte te ontsnappen, moet je naar een van de kleinere baaien verder naar het noorden: Ao Poh, Hat Toh Ko en Ao Rantee zijn goede en betaalbare bestemmingen, en Hat Pak Nam, Ao Loh Bakao en Laem Tong zijn luxer en duurder.