Reisgidsen zijn doorgebladerd, honderd rondjes om de mini-wereldbol zijn gemaakt en urenlang heb je op het internet lopen struinen om dé perfecte vakantiebestemming te vinden. Weken, of zelfs maanden wikken en wegen later klik je op de bevestigingsknop op je beeldscherm: je reis naar Thailand is geboekt!
De voorpret is begonnen. In je dromen lig je al aan de parelwitte stranden van Koh Phangan, hike je door de heuvels van Khao Sok en ontdek je het nachtleven van Bangkok. Maar dan word je wakker geschud van je roze wolk. Je aandacht wordt getrokken door dat ene grote ding in de hoek van je slaapkamer. Je koffer. De stress in je hoofd stijgt ineens van nul naar honderd en je ogen worden grote vraagtekens. Want wat neem je eigenlijk mee?!
No stress! Om je op weg te helpen met je paklijst, hebben wij zes dingen die ab-so-luut niet mogen ontbreken in je koffer of backpack tijdens je rondreis door Thailand voor je op een rij gezet. En zonder stress is je koffer pakken stiekem wél heel leuk!
1. Make yourself comfy
Het feest begint al in het vliegtuig. Je hebt je plekje voor de urenlange reis gevonden, het tv-schermpje staat aan en het elastische dekentje ligt paraat om je warm te houden. Maar dat feest wordt langzaam verstoord door een zeurende pijn in je nek. Je probeert te slapen maar telkens schrik je wakker van je hoofd die voor je gevoel van je lichaam valt. En om nou tegen je onbekende buurman aan te leunen gaat je ook iets te ver.
Voorkom deze vervelende en ongemakkelijke situatie door een heerlijk nekkussentje mee te nemen. Dit zorgt niet alleen voor uren lekker slapen en een soepele nek in het vliegtuig, je bent deze kleine kameraad ook erg dankbaar tijdens de urenlange busreizen door de Thaise landschappen.
2. Mondkapje
Je bent aangekomen in Bangkok en kan niet wachten om de stad te ontdekken. Je loopt langs de tientallen eetkraampjes, doet een poging om levend aan de overkant van de hysterisch drukke straat te komen en kijkt met open mond naar de torenhoge wolkenkrabbers. Wát een stad.
Tijdens je lunch kijk je even snel in de spiegel van het eettentje en dan schrik je. Ben je al zo bruin geworden in één dag? Je raakt je wang aan en de donkerbruine kleur verdwijnt. Een dikke laag stof haal je van je gezicht. Bléh, wat vies…
Vies is het zeker, en ongezond al helemaal. Met name in Bangkok vliegen de stofwolken van alle uitlaatgassen je om de oren. Neem een mondkapje mee bij het inpakken van je koffer en je bent dat witte ding ontzettend dankbaar tijdens je reis door Thailand.
3. Fotocamera
Van Bangkok besluit je naar de paradijselijke eilanden in het zuiden te reizen. Als je dacht dat het paradijs niet bestond, verander je nu héél snel van gedachten. Met je blote voeten loop je in het satijnzachte strand. Het azuurblauwe water kust zachtjes het glinsterende zand en de zon staat hoog aan de lucht.
Op deze momenten wil je zo snel mogelijk je camera pakken om heaven on earth voor altijd vast te leggen. En wat ben je blij dat je dan niet alleen je smartphone bij je hebt om mee in de rondte te klikken. Want eerlijk is eerlijk, hoe handig zo’n mobieltje ook is, als het op foto’s maken aankomt, kom je met een échte fotocamera toch net iets verder.
4. Dress to impress
Of je nu helemaal in het zuiden bent, of helemaal in het noorden, je ontkomt er niet aan: tempels. Op elke hoek van de straat lopen biddende mensen een gouden of wit prieeltje binnen waar de mooiste boeddha-beelden, kaarsen en bloemen staan. Je bent té nieuwsgierig en besluit om ook een kijkje te nemen. Maar zodra je ook maar een voet over de drempel zet komt er een bewaker naar je toe die iets onverstaanbaars roept en wild naar je benen wijst. Na enkele seconden valt het kwartje en begrijp je wat de bewaker bedoelt: je korte broek.
In Thailand is het respectloos en zelfs verboden om met blote benen of blote schouders tempels te betreden. En om te voorkomen dat je bij geen één tempel wordt toegelaten door een verkeerde kledingkeuze, raden wij je aan om een sarong mee te nemen. Deze wikkel je snel om je heupen waardoor je benen bedekt zijn. Hierdoor toon je respect voor de cultuur en het geloof én ben jij een bijzondere tempel-ervaring rijker.
5. Goede stappers
Bangkok heeft je voeten al aardig laten rondlopen, maar in het Khao Yai National Park ga je de uitdaging pas echt aan. Terwijl je jezelf door het regenwoud sleept, hoor je de apen roepen, voel je de verkoelende damp van de bekende Namtok Heo Suwat-waterval en sta je op scherp om olifanten, beren en zelfs tijgers te zien. Maar je ultieme geluksmomentje wordt verstoord door een felle pijn onder je voet. Had je nou tóch maar je stevige stappers ingepakt…
Taferelen met blaren, pijnlijke voetzolen en hielen wil je graag voorkomen dus is het héél belangrijk dat je een paar comfortabele stappers aan je voeten hebt. Zo klim jij als een aapje door alle regenwouden en jungles van Thailand. Het neemt wat ruimte in beslag in je krappe koffer, maar je krijgt er heel veel plezier voor terug.
6. Zwemkleding
En na een pittige hike in de jungle, is het natuurlijk tijd om af te koelen. Want pfoe, zo’n klim gaat je niet in de koude kleren zitten. Het zweet staat op je rug en je hoofd is zo rood als een tomaat van de hitte. Op de terugweg hoor je in de verte gespetter. Langzaam maar zeker zie je de blauwe kleur van stromend water door de groene bladeren schijnen en voor je het weet sta je oog in oog met een kletterende waterval met daaronder een rustig, azuurblauw meertje. Tijd voor een duik!
En omdat de watervallen, meren en andere waterbronnen vaak verstopt zijn en je ze dus onverwachts tegen kan komen, is het wel zo fijn om altijd de mogelijkheid te hebben om hier even in te gaan zwemmen. Zorg er dus voor dat je te allen tijden een badpak, bikini of zwembroek in je rugzak hebt. Zo hoef je niet de hele dag in je kletsnatte korte broek rond te lopen.
Kan jij niet wachten om je koffer te pakken en naar Thailand te reizen? Bekijk hier onze reisaanbiedingen!