Hai Phong, zo'n 100 kilometer van Hanoi, ligt aan de rivier de Cua Cam, een van de belangrijkste waterlopen in de delta van de Rode Rivier. Hoofdweg 5 van Hanoi naar de noordoostkust loopt door de vruchtbare rijstvelden van de delta en eindigt in Hai Phong.
Het beeld van de buitenwijken van deze twee miljoen inwoners tellende stad wordt bepaald door een grote, rokende cementfabriek. Het is dus tamelijk verrassend dat in het centrum van deze enigszins rustige, ordelijke stad een wijk ligt met rustige plekjes, een subtiele charme en prachtige flamboyanten: tropische sierbomen met vuurrode bloemen.
Brede lanen met koloniale villa's geven de stad een uitstraling van voorspoed. De stad heeft ook iets kosmopolitisch, wat tot uitdrukking komt in de nette zakenlui die elkaar in hotellobby's ontmoeten.
Sikkelvormig centrum
Ondanks zijn turbulente recente geschiedenis is het oude Hai Phong goed bewaard gebleven. Het sikkelvormige, negentiende-eeuwse hart, waar de meeste bezienswaardigheden te vinden zijn, ligt tussen de Tam Bac en de spoorlijn. Aan de noordzijde van de hoofdader, Dien Bien Phu, ligt een gebied met brede lanen en de mooiste koloniale architectuur van de stad.
Aan de straat Dien Bien Phu zelf vind je een combinatie van hotels, banken en winkels, en op nr. 66 de klassieke wijnrode voorgevel van het Hai Phong Museum (di en do 8-10.30, wo en zo 19.30-21.30 uur, 2000 dong). Tijdens de geadverteerde openingstijden is het museum vaak gesloten, maar je mist er niet veel aan: er is een collectie van opgezette dieren te zien en enkele redelijk interessante foto's van Hai Phong onder Frans bewind.
Frans theater
Je kunt beter de vierkante toren van de kathedraal bezichtigen, die eind negentiende eeuw is gebouwd en na jaren van achterstallig onderhoud recentelijk is gerenoveerd. Daarna kun je via de drukke straat Hoang Van Thu naar het theater lopen.
Aan het begin van de twintigste eeuw is dit theater gebouwd van materialen uit Frankrijk. Het kijkt uit op een breed plein, dat de plaatselijke bevolking herinnert aan de dood van veertig revolutionairen tijdens de straatgevechten van november 1946 'na een heldhaftige strijd tegen de Franse indringers'.
Bloemenboulevard
In vroegere tijden liep het Bonnalkanaal langs dit plein en vormde een verbinding tussen de Tam Bac en de Cua Cam. Nu zie je er vooral bloementuinen, die een groene strook door de stad vormen, maar het westelijke deel van het kanaal is nu het Tam Bac-meer. Op de brede, schaduwrijke boulevards langs het meer en de tuinen kun je heerlijk wandelen.
Het grote bronzen beeld van de heldin van de stad, Le Chan, in de stijl van het Russisch socialistisch realisme, maakt dit gebied nog aantrekkelijker. Aan de noordkant van het meer vind je tussen Tran Trinh en Cho Sat de levendige handelswijk, met markten, kaarsenmakers en ijzerhandelaren. De negentiende-eeuwse markthallen van de Satmarkt zijn vervangen door een lelijk gebouw, maar er is nog genoeg te beleven op straat.
Den Nghe tempel
De Den Nghe-tempel, op de hoek van Me Linh en Le Chan, staat bekend om zijn sculpturen. De mooiste vind je op de enorme stenen tafel op de eerste binnenplaats, maar kijk door de geparfumeerde nevel ook naar de gedetailleerde friezen.
Generaal Le Chan, die de Opstand van de Gezusters Trung leidde, wordt bij het hoofdaltaar vereerd. Op de achtste dag van de tweede maanmaand ontvangt zij een verjaardagstraktatie: krab met rijstnoedels.