Hué raakte zwaar beschadigd tijdens de Vietnamoorlog. Unesco knapt de voormalige keizerlijke hoofdstad echter op. Vooral de Keizerlijke Stad met daarin de Verboden Purperen Stad, de Keizerlijke tombes en de Thien Mu Pagode zijn interessant.
Op de voormalige grens van Noord-Vietnam en Zuid-Vietnam ligt Hué. Van 1802 tot 1945 was dit de keizerlijke hoofdstad van Vietnam. Het is nog altijd een wat aristocratische plek waar veel dichters, filosofen en musici hun thuis zoeken.
De Huong Giang, de Parfumrivier, splijt de stad in tweeën. Op de noordoostelijke oever bevindt zich de oude stad met keizerlijke paleizen. Aan de zuidwestelijke zijde strekt de nieuwe stad zich uit me een sterk Frans koloniale sfeer.
Verwoesting van de Vietnamoorlog
Hué heeft veel te showen, maar bijna even veel is verwoest. De stad was een belangrijk slagveld tijdens de onafhankelijkheidsstrijd in de jaren dertig en veertig én tijdens de Vietnamoorlog drie decennia later.
De oude Keizerlijke Stad, vol paleizen, paviljoens, tombes, musea en winkels, is tijdens die gevechten zwaar beschadigd. Ondertussen is er echter veel opgeknapt.
Zo is het koninklijke paleis Thai Hoa Dien in zijn volle glorie te bezichtigen. In de gigantische troonzaal van dit 'Paleis van de Opperste Harmonie' werden de keizers van de Nguyen-dynastie gekroond.
Tu Cam Thanh
Iets verderop ligt de absolute trekpleister van Hué: Tu Cam Thanh, de Verboden Purperen Stad. Dit ommuurde complex was ooit het privéterrein van de keizerlijke familie.
Gecastreerde bewakers, die geen bedreiging vormden voor de keizerlijke harems, waren de enige burgers die hier naar binnen mochten. Ieder ander die probeerde binnen te glippen, kon rekenen op de doodstraf.
Ook de Verboden Stad leed hevig onder bombardementen en beschietingen. Unesco is al ruim twintig jaar bezig het gebied op te knappen. Die klus nog lang niet af. Toch is het fascinerend er rond te lopen. De mystiek en grootsheid doen je naar adem happen.
Stad met de mooiste vrouwen
De harems van de keizers brachten Hué een heerlijke bijnaam: de stad met de mooiste vrouwen. Tijdens hun bewind haalden keizers uit het hele land de aantrekkelijkste meisjes naar de stad.
Veel meer om zich mee te vermaken was er voor de verveelde keizers namelijk niet. Tijdens de Franse kolonisatie hadden zij nauwelijks iets te zeggen. De verveling resulteerde bij keizer Minh Mang bijvoorbeeld in maar liefst 142 kinderen.
De graftombe van Minh Mang
Een andere hobby van de verveelde keizers was het bouwen van extravagante graftombes. Deze Keizerlijke tombes bevinden zich ten zuiden van de stad. Ze zijn zo groot dat je er gemakkelijk een dag zoet kunt zijn. Het leukst is om ze varend over de Parfumrivier aan te doen.
Wederom is de prestatie van keizer Minh Mang het indrukwekkendst. Zijn grafcomplex beslaat een gebied van maar liefst 475 hectare. De strakke architectuur van de tombe contrasteert bovendien prachtig met de asymmetrische vijvers in de tuinen.
Thien Mu Pagode
In 1945 droegen de keizers hun toch al grotendeels symbolische macht over aan de nieuwe, communistische regering. Dat betekende echter niet dat Hué wegkwijnde en vergeten werd.
Zo kwam in 1963 bijvoorbeeld de Thien Mu Pagode uitgebreid in het nieuws toen een monnik vanaf daar naar Saigon reed om zichzelf in die stad in brand te steken. Hij protesteerde hiermee tegen het bewind van president Ngo Dinh Diem van Zuid-Vietnam.
Hij overleed, maar de grijsblauwe Mustang waarmee hij de reis aflegde, en de foto die zijn laatste daad wereldberoemd maakte, staan tentoongesteld achter Thien Mu.