Enthousiast begin je aan een boottocht door de indrukwekkende rotsformaties van Halong Bay. Maar tot je verbazing zijn het niet de rotsen, maar de gigantische cruiseschepen die de baai domineren. Het romantische straatbeeld van Hoi An vervaagt, zodra je in een mensentrein door de winkelstraatjes paradeert. En tijdens een trekking door Sapa blijkt het maken van een foto van alleen het uitzicht nog een flinke uitdaging.
Tja, helaas. De mooiste plekken van de wereld heb je nou eenmaal niet voor jezelf. Of toch wel? Op deze vijf plekken kan je nog ongestoord de (bijna) enige toerist uithangen.
5. Lan Ha Bay
Je wordt wakker van een lichte schommeling. Langzaam kom je overeind en open je het kleine gordijntje van de kajuit. Met dichtgeknepen ogen kijk je naar het heldergroene water en de imposante rotspartijen die eruit op lijken te stijgen. Terwijl je het dek oploopt, besef je pas hóe ver je kan kijken en hóe hoog de rotsen reiken. Welkom in Lan Ha Bay, het minder toeristische zusje van… jawel, Halong Bay.
Vanuit het eiland Cat Ba vaar je twee dagen met de boot door deze net zo indrukwekkende omgeving als Vietnam’s grootste trekpleister. Tijdens deze tocht bezoek je drijvende dorpjes, fiets je door het Cat Ba National Park, ontdek je verscholen baaitjes en eet je vers gebakken vis. Het voordeel? Geen ronkende motoren, langsvarende schepen en groepen gele kajaks.
4. Pu Mat National Park
Met het zweet op je voorhoofd en een klam t-shirtje kom je eindelijk aan bij de sierlijke Kem-waterval, waar het water als een witte zijde lint over de wilde planten en kleurrijke bloemen uitstrekt. Op aanraden van een aantal badderende locals neem je het pad naast de waterval naar boven. Vanaf de top kijk je uit over de bergformaties van het Pu Mat National Park.
Op zo’n 350 kilometer ten zuiden van Hanoi, in de provincie Nghe An, vind je dit minder bekende nationale park van Vietnam. Wat eigenlijk heel vreemd is, aangezien het park met haar moessonklimaat een waar natuurspektakel is. Wil je echt helemaal alleen zijn? Zet dan je eigen tentje op en val in slaap onder de sterrenhemel.
3. Y TY
Het is vroeg in de morgen wanneer je een kronkelend paadje door de rijstvelden afloopt. Vier gigantische buffels en een vrolijk meisje komen je tegemoet wandelen. Overal waar je kijkt, zie je frisgroene rijstterrassen met op de achtergrond dichtbegroeide rotsformaties. Je steekt een kabbelend riviertje over en komt uit bij een klein bergdorpje. Maak kennis met Y Ty, het minder drukke alternatief voor het bekende Sapa.
Grenzend aan China ligt in het noordwesten van Vietnam Y Ty, een van de armste en minst ontwikkelde regio’s van het land. In tegenstelling tot Sapa vind je hier weinig tot geen toeristische voorzieningen. Om de regio te verkennen heb je een vergunning én gids nodig, wat voor sommige toeristen te veel werk blijkt te zijn. Goed nieuws! Zo heb jij de charmante dorpjes, opgestapelde rijstterrassen en bergpaden helemaal voor jezelf.
2. Mu Cang Chai
Vanuit Y Ty reis je verder naar het meer zuidelijk gelegen Mu Cang Chai. Hier bewegen kaarsrechte rijstterrassen zich in een golvende beweging door de vallei. In de verte zie je dunne wolken langzaam over de bergtoppen zweven, terwijl de zon een deel van de groene terrassen verlicht. Het lijkt alsof je rechtstreeks in een ansichtkaart bent gestapt.
Gek genoeg is Mu Cang Chai (nog) een van Vietnam’s best bewaarde geheimen. Rijd met de motor door de groene omgeving of wandel door de frisse rijstvelden. Wanneer je Mu Cang Chai bezoekt maakt niet uit. Elk seizoen heeft namelijk zijn charme. Zo kleuren de terrassen in de zomer lichtgroen, terwijl ze in de herfst een goudgele kleur aannemen. En in de winter ontstaan er honderden mini-zwembaden.
1. Son Doong
Je volgt de rest van de groep, terwijl je door de modder over glibberige rotsen richting de laatste plek van de expeditie loopt. Op zo’n dertig meter voor je hoor je enthousiaste kreten. Langzaam licht een felle lichtstraal die door de opening naar binnen schijnt de donkere, holle omgeving op. De bruine rotspartijen lopen over in donkergroen mos, hoge palmbomen en wilde hangplanten. Vanaf een rots kijk je naar de torenhoge opening, terwijl je je tentje opzet.
De Song Doong-grot in het Phong Nha-Ke Bang National Park is met haar 5.000 meter lengte en 180 meter hoogte de grootste grot ter wereld. En de meest bijzondere. Door de grot stroomt een grote rivier die wordt verlicht door zonnestralen die naar binnen schijnen op de plekwaar de grot is ingestort. Door deze combinatie heeft zich een tropisch regenwoud gevormd, midden in de grot.
Ik hoor je denken: wáárom staat deze grot in het lijstje van hidden gems? Vanwege het behoud van de grot heeft de regering besloten slechts één reisorganisatie tours te laten uitvoeren. Jaarlijks mogen 1.000 toeristen de grot bezoeken, die samen met een team van gidsen, chef-koks en dragers vier dagen en drie nachten in de grot kamperen. Voor deze onvergetelijke ervaring moet je wel wat over hebben, ongeveer zo’n 5.000 dollar.
Hebben we je geïnspireerd voor een rondreis door Vietnam? Bekijk alle reizen.
Fotocredits: Dante Aguiar